De blokkerende en vernietigende rol van eigendom – en hoop
Het is van mij.
Kom er niet aan.
Je gaat er niet over.
Het is van mij.
Ik vecht ervoor.
Ik bescherm het.
Het is van mij.
Ik bepaal met wie ik deel.
Ik pronk er mee.
Het is van mij.
En ik maak steeds meer ‘van mij’.
Ik heb genoeg.
Ik wil meer.
Het is van mij.
Ik zorg me niet om jou.
Ik zorg me niet om wat ik niet zie.
Het is van mij.
Ik laat anderen voor mijn verrijking werken.
Ik laat anderen voor mijn verrijking leiden.
Het is van mij.
Ik betaal.
Ik bepaal.
Het is van mij.
Eigendom blokkeert de samenwerking en voorspoedige innovatie. Beginnen we met de vraag: is er legitiem eigendom? Ligt er ergens een omslagpunt tussen je gebruiksvoorwerpen en blokkerend eigendom? Een fijn gespreksonderwerp!
Je kleren, je bestek in de la, je meubels, huis, tuin, auto? Is dat allemaal nog ‘okay’?
In Ecovillage Sieben Linden is woonruimte gemeenschappelijk eigendom. Wordt een familie groter of kleiner, verandert de woonbehoefte dan wordt samen over de woningruil besloten zodat beschikbare woonruimte iedereen optimaal ter beschikking staat. Persoonlijke woonruimte is aangevuld met gemeenschappelijke ruimtes, de flexibele schil in de woonbehoefte, als je zo wilt. Misschien denk je nu “Niet iedereen wil in een woongemeenschap leven.” Iedereen leeft in een woongemeenschap: een dorp, een wijk, een stad… Alleen, daar trekken we ons steeds dieper in onze eigen leefwereld terug. Helpt dat?
Hoe gebruik je je tuin? Je balkon? Het park in je buurt? Jaren-50-woningen hebben vaak een behoorlijk grote tuin: je werd geacht (deels) in je eigen groente en eieren te voorzien. Kippen zijn goede restantverwerkers. Kringloop aan huis, zeg maar. Hoeveel ervan zijn nu waterpas-getrokken VT-Wonen-tuinen. Verspilde grond. Een luxe, die we ons met onze rijke bodem menen te kunnen veroorloven. We durven er zelfs zonnepanelen op te leggen! (Terwijl die over parkeerterreinen een veel zinvollere functie zouden hebben – zowel voor rechtstreeks gebruik als ook voor weersbescherming voor de voertuigen.) We verspillen bodem; en sommigen durven dan ook nog iets te zeggen over hoeveel mensen deze aarde kan voeden. – Met gezonde ecosystemen heeeeel veeeeel – natuur werkt namelijk vanuit het basisprincipe van overvloed. Er is niet altijd alles in overvloed; er is altijd iets in overvloed. Schaarste als economisch principe is een uitvinding van de mens. Dat werkt namelijk alleen vanuit de claim van eigendom. Sommigen hebben altijd genoeg. Anderen nooit. Okay, okay… dat is iets gechargeerd. Het haakje is er wél.
Het auto. Eigenlijk correcter: individueel vervoer (misschien met uitzondering van fietsachtige dingen… op eigen spierkracht). Soms gezien als noodzakelijk – anders kom je niet waar je moet zijn. Toen ik nog ambtenaar was, was de basale stelling, dat je overal met OV kon komen: waar je ook was in NL, er was binnen 1,5km een OV-halte. Heb het niet gedubbelcheckt, maar durf te beweren, dat dat niet meer zo is. Meer individueel vervoer heeft tot minder OV geleid, en vice versa. Een oplossing, die vooral voor diegene werkt, die het zich kunnen veroorloven. Er wordt intens nagedacht over innovatieve mobiliteitsoplossingen. En er worden meer wegen gebouwd, subsidies voor e-auto’s verstrekt en andere tegenstrijdige bewegingen gemaakt. Het eigendom, de individuele vervoersoplossing staat (echte) oplossingen in de weg, zou je kunnen stellen. Die komt in de reeks van persoonlijk eigendom dan toch wel al heel dicht bij het spagaat tussen ‘hebben’ en ‘goed doen’? Of niet?
Want wanneer over eigendom als basaal sociaal en economisch probleem na willen denken, denken we liever groter. Aan hedgefondsen, multinationals, industriële landbouw, fossiele brandstofindustrie, big pharma, mediaconglomeraten etc. Dat daar op verschillende vraagstukken ethisch verwerpelijk wordt gehandeld wordt bijna structureel erkend. Innovatie, die vanuit deze sectoren wordt gedreven, ondersteunt in de basis verdere verrijking, diepere verankering van eigendom en grotere controle/beperken van vrijheid. Nick Bostrom heeft daar vergaand zijn werk aan gewijd. Op dit moment heeft verdere uitdieping van dit vraagstuk hier geen toegevoegde waarde. En ja, eigenlijk is het zó dringend nodig om ook op de rol van deze dynamieken in de actuele oorlogen, mensonwaardige restricties en keuzes, media-mindfucks etc. in te gaan, want hiermee komen we bij de extreme vormen van het vernietigend karakter van eigendom(sdenken) … Alleen, ‘er tegen zijn’ is nog geen werken aan vooruitgang. Daarvoor moeten we nieuw gaan bouwen.
Hoe zit het dan met sociaal relevante en de economische vernieuwing dienende innovaties? Als je een keer in die bubbel duikt, dat geeft hoop! De hoeveelheid, die er is! De intensiteit waarmee deze innovaties vooruit worden gedreven. Netwerken, die zich verbinden. Kijk, geniet en doe mee!
Vanuit het huidig systeem pretendeert men dergelijke innovaties aan te jagen en te ondersteunen. Er zijn ware spirits, die dat daadwerkelijk doen. Dat is niet per sé in het systeem zelf. Kijk je bijvoorbeeld naar innovatiesubsidies, dan vallen een aantal bijzonderheden op:
- Voorwaarden zijn geschreven vanuit de huidige tijdgeest, vanuit huidige systeemkaders en eigendomsprincipes. De eerste rem.
- Gunnigscriteria worden regelmatig aan voorgaande trajecten verbonden – als je eerder niet mee had gedaan, kun je nu niet instappen. De tweede rem.
- Meestal is er een resultaatverplichting; terwijl innovatie juist experimenteerruimte nodig heeft – ‘niet slagen’ (dus leren van je fouten) wordt niet als mogelijk resultaat geaccepteerd. De derde rem.
- Fundamentele innovaties hebben een lange adem nodig. Subsidies zijn in de tijdshorizon altijd erg beperkt. De vierde rem.
- Zich moeten kunnen verantwoorden (en dat moet zeker!) voor het goede beheer van gemeenschapsgelden (want dat is de bron van subsidies) wordt té vaak gebruikt als excuus om maatschappelijke behoefte aan bepaalde ontwikkelingen te negeren. Hoe verantwoord is dat?
En vooral ook: mensen zijn soms bang subsidieaanvragen in te dienen; hun ideeën te delen. Gaan er anderen mee lopen? Maken straks anderen er winst op? Ook hier zit een basaal eigendomsdenken onder: van wie is het idee? (Niet: VOOR wie is het idee.) Wat heb ik er zelf aan/wil ik eraan hebben? De concurrentiegedachte: wie wint van wie? Terwijl, innovatie werkt bij samenwerking. De basisvraag zal moeten zijn: wat heeft de gemeenschap eraan? En de vergissing, dat er een winner moet zijn; het besef missende dat als er 1 wint, IEDEREEN verliest.
Bouwen aan eigenaarschap (in plaats van [persoonlijk] eigendom) is iets wat we steeds meer zien in de sociale innovaties, bij sociale ondernemers, bij allerlei initiatieven.
Commons zijn (weer) groeiende. Kijk maar naar een Land van Ons, Lenteland, bedrijven onder stewardownership zoals Radical Open Security, Bosch, Zeiss, Carlsberg. Actuele wetgeving en rechtsvormen zijn hierin behoorlijk belemmerend. Nagenoeg heel het belastingstelsel berust op de eigendomsgedachte: je betaalt voor wat je HEBT. Met rechtsvormen wordt eigendom beschermd, wordt in zekere zin om eigenaarschap voor je eigendom gevraagd en zie b.v. bij stichtingen, dat je als bestuurder ‘eigendomsverantwoordelijkheden’ toebedeeld krijgt, terwijl dat nu net niet aan de orde is.
Er is een nieuwe rechtsvorm aan het ontstaan: Rentmeesterschap. Immers, ondernemerschap kan de meest ultieme vorm van activisme zijn.