Door de bril van Doughnut Economics kijken naar Voedselbossen
De Doughnut – het basismodel van de theorie – wordt gevormd door een binnenring (het sociaal fundament dat alle mensen nodig hebben) en een buitenring (het ecologisch plafond van wat deze planeet kan verdragen voordat die voor ons onleefbaar wordt). Tussen beide ringen vind je de sweetspot om te leven, te ondernemen, te bestaan.
Waardes, die voor het visualiseren van de Doughnut worden gebruikt berusten op internationale afspraken: de Sustainable Development Goals en Mensenrechtsconventies, dus normen die internationaal sowieso al worden gemonitord. Binnen Nederland wordt redelijkerwijs invulling gegeven aan het sociaal fundament (kijkende vanuit die internationale normen); ook kun je daar intussen waarschijnlijk de nodige vraagtekens bij plaatsen, bij de groeiende armoede die we momenteel binnen Nederland zien. Wat het ecologisch plafond betreft, schiet Nederland op een aantal normen buiten het ecologisch plafond; wat gezien alle milieu- en klimaatdiscussie ook geen verrassing is. Hoe kun je in het geheel aan herstel werken? Wat helpt erbij, hoe helpt anders kijken aan het ontwikkelen van oplossingen? Die lijn willen we vandaag langs het fenomeen van de voedselbossen leggen. Ben je nog niet bekend met het fenomeen, kijk even kort naar de uitleg van Wouter van Eck over voedselbossen.
Ga je mee op verkenning?
A: Beginnen we bij het sociaal fundament. Het sociaal fundament wordt in het model door 12 factoren gedefinieerd. Laat ze ons een voor een afgaan (zonder er een volledig rapport van te willen maken).
-
Voedsel
Doel van een voedselbos is voedselproductie. Die komt in eerste jaren na aanleg gestaag op gang. Van bestaande voedselbossen weten we intussen dat na 5 tot 7 jaar die productie serieus substantieel is en daarna steeds doorgroeit totdat er een stabiele balans is bereikt binnen het voedselbos. Stabiele balans richt zich op de ecologische balans in het systeem; het betekent hier niet iedere jaar dezelfde volume aan productie. Zo werkt natuur niet. Productievolumes schommelen per productsoort per jaar, afhankelijk van weer en andere invloeden. Echter, door de hoeveelheid aan verschillende soorten zijn er altijd een aantal soorten productief, wat dus betekent dat je productmix ieder jaar verschilt en toch je productievolume substantieel is.
Een belangrijke vraag, die (onder beleidsmakers) leeft is, of we met permacultuur en voedselbossen heel de natie zouden kunnen voeden? Kunnen we alle akkers (steriele monoculturen, op uitgeputte bodem met steeds minder voedzame waarde) vervangen door permacultuur en voedselbossen én wel voldoende voedselzekerheid bieden? Deze vormen kunnen zeker in een regionale functie voorzien. Hoe zit dat met het grootstedelijk gebied?
Op dit punt moeten we misschien even uitweiden naar de verschillende vormen van voedselbos, die er bestaan. Bij het ontwerp maak je een keuze wat je met een specifiek voedselbos wilt bereiken. En jaar, er zijn ook vormen van voedselbossen, die voornamelijk op productievolume insteken, vanuit het ecologisch voedselbosprincipe. Geen monoculturen, wel in het mengsel op bepaalde plekken meer van hetzelfde, tussen de ander planten, waardoor meer gerichte oogst van specifieke producten.
Heb er nog geen doorrekening op kunnen vinden (en ben er nog niet zelf aan begonnen), maar het lijkt erop, dat juist in de diversiteit van het type voedselbos daadwerkelijk de oplossing ligt.
-
Water
Al op school leren we, dat er een relatie is tussen bomen (bos) en waterbeheer. Zowel natuurlijk bos als ookvoedselbossen en agroforestry zijn voor onze wateren van meerwaarde, bijvoorbeeld voor het bufferen van water en ook voor waterveiligheid. Een (voedsel)bos zorgt voor het (langer) vasthouden van water, een betere grondwaterstand, filterfunctie etc.
Sommige voedselbossen werken met de natuurlijke waterlichamen, die er ter plekke zijn; bij anderen wordt een in de planning de aanleg van een waterreservoir (vijver, meertje) meegenomen.
Een voedselbos heeft geen beregening nodig zoals we dat van monoculturen kennen.
Een voedselbos draagt bij aan betere drinkwatervoorzieningen. Het beter vasthouden van water hebben we al benoemd. Het schoner houden van water ontstaat ook door het feit, dat in een voedselbos geen chemicaliën worden toegepast, dus geen verontreiniging van het grondwater ontstaat.
-
Energie
De aanleg van een voedselbos vraagt om energie. Na de aanleg is er structureel een positieve energiebalans: er worden meer calorieën geoogst dan voor het onderhoud van het systeem (aan menselijk werk of apparatuur) nodig is.
Voor grotere voedselbossen, meer op productievolume gericht, zijn er mechaniseringskansen, maar ook daar blijft inzet van machines beperkt. Immers, de bodemstructuur leidt er structureel onder de trillingen, die welk apparaat dan ook veroorzaakt. Een aandachtspunt!
Een voedselbos levert energie op in termen van calorieën. In kleinere voedselbossen worden niet of nauwelijks apparaten ingezet; ten opzichte van grote monoculturen wordt dus heel wat (fossiele) energie en brandstof bespaard; terwijl er op termijn niet minder productievolume van af komt.
-
Gezondheid
Schone lucht, geaard in de natuur, al snaaiend door het landschap lopen… Een fijne wandeling, een rondgang voor de oogst.
En dan bestaat je oogst niet alleen uit gezoend, feitelijk voedzaam voedsel [alleen een gezonde voedzame bodem kan voeding meegeven aan de planten die erop groeien], maar je kunt er ook nog eens allerlei kruiden met een gezonde of genezende werking uit je voedselbos halen!
Een voedselbos zorgt voor een gezondere leefomgeving.
-
Educatie
Educatie is bij de meeste voedselbossen in hun doelstellingen opgenomen: mensen weer meer leren over het bos, de planten, of zoals dat soms wordt gezegd: de afstand tot de natuur verkleinen. Wat kennen mensen nog aan planten? Wat weten ze of eetbaarheid, verwerking, toepassing in het eigen dieet? In een voedselbos kunnen we weer leren van insecten en spinnen te houden, als deel van het systeem, met alles wat zij daar ‘voor ons’ doen.
-
Inkomen en werk
Een voedselbos zorgt voor werk en inkomen: oogsten, rondleidingen, recreatie. Er zijn verschillende paden en inkomstenbronnen mogelijk. Het fijne is juist, dat een voedselbos heel wat verschillende functies en rollen kan combineren.
-
Vrede en gerechtigheid
(Her)Ken je het vreedzame gevoel, dat over je heen komt wanneer je door een bos wandelt? De rust, het berusten in het moment?
Draagt een voedselbos bij aan gerechtigheid? Ik denk wel, dat je dat zou kunnen stellen. We leren beter systemisch denken, dus ook op betere manieren naar ons eigen gecreëerde systemen te kijken. We beseffen meer, wat er daadwerkelijk toe doet. Dat we nieuwe paden en oplossingen moeten kiezen, willen we binnen de grenzen van de Doughnut blijven. Wat denk jij?
-
Politieke stem
Een voedselbos, als een nog steeds redelijk nieuw fenomeen in ons landschap, vraagt om een duidelijke politieke stem. Simpelweg, omdat we regels en beleid zo onhandig en complex hebben gemaakt, dat er al goedkeuring nodig is voor zoiets simpels als het planten van een boom op een akker. Houtgewassen horen daar namelijk niet in het bestemmingplan. Hoe bedenk je het? Er is behoorlijk wat pioniersgeest, dus een politieke stem, nodig, om verouderde regels en beleid te doorbreken om voedselbossen überhaupt mogelijk te maken!
-
Sociale gelijkheid
De voedselbossen, die ik tot nu ken, zorgen voor regionale inbedding, werken met regionale medewerkers, vrijwilligers, klanten. Met korte lijnen en bijzonder weinig (geen?) hiërarchie. De ecologische balansen vanuit het voedselbos lijken zich eveneens te vertalen naar sociale balansen bij diegene, die erbij betrokken zijn c.q. ervoor belangstelling hebben. Hoe zal zich dit precies verhouden?
-
Gender gelijkheid/respect
Respect voor de natuur, aandacht voor een ecologische balans lijkt (en dat is écht een aanname!) verankert te zijn in een basale behoefte aan ethisch verantwoord handelen. Wat hier wel of niet de impact van is, durf ik niet te stellen.
-
Netwerk
Voedselbossen doen netwerken ontstaan: het onderlinge netwerk is intensief. Men zoekt elkaar op, leert van elkaar, zoekt naar gaten in knellende regels, zoekt naar openingen voor volgende stappen. Ieder voedselbos heeft ook zijn eigen netwerk van betrokken mensen; vanuit de verschillende functies, die een voedselbos biedt.
-
Woning
Voedselbossen bieden in nauwere zin niet direct woning, ze dragen via inkomen wél bij aan onderkomen. Een hele andere dimensie, maar die heeft niets te maken met een voedselbos, is het Levende Dorp
Eerste conclusie: Voedselbossen geven op een goede manier invulling aan het sociaal fundament, zoals in het Doughnut model benoemd.
B: Tijd om de stap te maken naar het ecologisch plafond. Wat bewerkstelligen voedselbossen al het gaat om regeneratie en behoud van onze leefomgeving? Laat ons even een kijkje nemen naar de 9 factoren, die daarvoor zijn benoemd.
-
Landgebruik
Voedselbossen (permacultuur) gebuikt vruchtbare gronden om zowel een natuurlijke balans in een ecosysteem met een grote biodiversiteit te ontwikkelen als ook om voedsel te produceren. Het bodemleven kan zich herstellen, er wordt organische substantie (van b.v. afgestorven planten) aan de bodem te gevoegd. In deze landbouwvormen is tevens ruimte voor dieren. Voedselproductie vindt niet in een monocultuur, maar met een divers, seizoenafhankelijk productmix. Volume in de productie wordt na de eerste jaren van stabilisatie van het ecosysteem via 3 dimensies behaald: niet alleen de bodem, maar ook de hoogte wordt in de beplantingslagen gebruikt.
-
Watergebruik
Bomen- en struikenlagen zorgen net als bodembedekkers voor het beter vasthouden van water. Door een toenemend aandeel organisch materiaal in de bodem wordt de opnamecapaciteit voor water van de bodem structureel extreem verbeterd. 1% meer organische substantie zorgt voor ca. 10% meer watervasthoudend vermogen. Indrukwekkend, toch?
-
Chemische vervuiling van de omgeving
In voedselbossen worden geen kunstmest, pesticiden of andere chemische stoffen gebruikt. Een ecologische balans, die voor een gezond voedselbos belangrijk is, ontstaat in de eerste jaren na aanplant en stabiliseert zich verder in de decennia daarna.
-
Stikstof- en fosfaat balans
In de plantenmix, die in voedselbossen worden gebruikt, zitten ook planten, die stikstof vasthouden; cumuleren, vaak ook als dienst voor andere planten, waar deze mee in symbiose leven. Stikstof wordt in de planten zelf vastgehouden; gevallen blad voegt zich naadloos in de kringloop van het voedselbos in. Fosfaat wordt door ‘pioniersplanten’ als brandnetel en braam opgenomen en vastgehouden.
-
Herstel van oceaanverzuring
Om het kort te maken: er moeten heeel wat voedselbossen ontstaan, zou er via dat pad een (meetbaar?) effect op de oceaanverzuring georganiseerd worden. Althans, ik heb daar nog geen specifieke bronnen op kunnen vinden, anders dan de benoeming ervan in algemene relatie tot de waterhuishouding.
-
Biodiversiteit
Nou, deze kan ook kort: een voedselbos IS biodiversiteit. Zowel aan voedselproducerende planten als ook aan ondersteunende planten of ‘aangewaaiden’. Het biedt ruimte aan dieren in alle soorten en maten. Er zijn ook voedselbossen, die op beperkte schaal met landbouwhuisdieren werken: kippen en varkens voor het verwerken van afval, herkauwers op graslanden, die voor niet veel anders geschikt zijn dan dat.
-
Schone lucht
Een voedselbos is volop fotosynthese: het nuttig omzetten van CO2 naar zuurstof. Ook ander stoffen worden gefilterd. En wat dacht je van minder fijnstof door een betere waterhuishouding? Minder erosie?
-
Herstel ozonlaag
Ook hier is het vraagstuk weer de massa.
Er loopt een wereldwijd initiatief van ‘Double nature’ … verdubbel door (bomen)aanplant de capaciteit van de het plantenrijk, om te doen, wat o.a. de gekapte Amazon als groene long deed voor deze aaarde.
-
Behoud van het klimaat
Op een veel natuurlijkere manier heel wat voedsel produceren, heel anders dan we nu gewend zijn in de natuur slopende monoculturen is een zinvol pad om te kiezen. Minder inzet van machines, minder brandstof. Minder energie in een voedselsysteem stoppen, dat wat er uiteindelijk uit komt. Uitgebalanceerde ecosystemen, een leefomgeving, die geschikt is als habitat voor de mens als soort in het dierenrijk; een van de soorten in de diversiteitsmix. [Kan me zo voorstellen, dat diegene, die in de maakbaarheid van de natuur en de wereld geloven, nu bij mijn woordkeuze wat moeite hebben.]
Tweede conclusie: voedselbossen ondersteunen het behoud c.q. de regeneratie van het ecologisch plafond. Trouwens, de Doughnut boven aan dit stuk is die van Nederland: rood zijn alle gebieden waar NL ver buiten het ecologisch plafond schiet.
De invulling
Sociaal fundament, ecologisch plafond… zinvol, om ernaar te kijken. Maar hoe zit dat nu met de sweetspot van leven en ondernemen tussen de beide kringen? Hoe is dit geheel te vertalen naar de dagelijkse praktijk van ons bestaan?
Laat ons hiervoor de 7 denklijnen volgen, zoals die Kate Raworth in haar boek uiteenzet.
-
Ontgroei de groeiverslaving
Meer, meer, meer. Meer van hetzelfde. Is geen basisprincipe in de natuur, niet in onze leefomgeving, niet voor ons natuurlijk habitat … hoe vertechniseerd dat ook is.
Natuur werkt met geboorte/kiemen, ontwikkeling, groei, volwassenheid/vermeerdering, afsterven/volgende generatie. Niets (behalve kankercellen, die hun waard uiteindelijk doden) groeit eindeloos.
Onze financiële en economische modellen, met fenomenen als rente op rente; lenen van toekomstige generaties, inflatie etc. onderbouwen de huidige groeiverslaving van politici en economen. Stel fundamentele vragen bij deze constructen, en de bubbel barst.
Voedselbossen werken in veel gevallen met alternatieve financieringsvormen. Ontstaan als stichting (waarde behoudende, niet verhandelbare entiteit), coöperaties met gezamenlijk leiderschap, private of lokale initiatieven.
In de businessmodellen wordt bij voorbaat rekening gehouden met het ritme van de natuur.
-
Maak de economisch deel van de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling
Een voedselbos, zo weten we intussen, is heel wat meer dan een plek, waar gevarieerde voedselproductie plaats vindt. Het is een plek van ontmoeten, leren, samen optrekken, ontdekken, samen doen, (weer) aarden. Sociale, maatschappelijke, economische waarden gaan hand in hand met economische aspecten. Het een kan niet zonder het ander. Het een heeft zonder het ander geen waarde.
Werken aan voedselvoorziening zonder natuur te vernielen, mét sociale inbinding én een gezond verdienmodel. Een voorbeeld voor andere branches!
Huidige verdienmodellen houden rekening met groeiende productiviteit met toenemende stabiliteit van het systeem, maar ook met externe factoren als regionaliteit, (on)bekendheid, subsidiebeleid, druk door soortenexodus, extreem weer door klimaatverandering. Om als voedselbosondernemer succesvol te zijn, zijn nieuwe samenwerkingen en aanpassing aan de context cruciaal. En hoewel een voedselbos veel weerbaarder dan monocultuur-teelten, maar zitten vooreerst in hetzelfde systeem.
Een hectare natuurlijk bos produceert in één jaar gemiddeld netto ruim twee keer zoveel biomassa als een hectare landbouwgrond; om maar even aan toe te voegen. Voorlopers laten nu al zien, dat er met een hectare voedselbos meer waarde geproduceerd kan worden dan met een hectare landbouwgrond. Zie ook: www.agroforestry.co.uk en www.permacultureapprentice.com.
Een belangrijke factor hierin is, dat voedselbossen in principe niet met eenjarige planten werken, zoals de landbouw aan zich.
-
Benader mensen als sociale, meebewegende wezens
Welke denkmodellen, opvoedingstheorieën en marketing drift reduceert mensen tot wandelende telramen? Altijd en overal enkel en alleen op persoonlijk voordeel gericht? Spijtig genoeg zit veel van het gedachtegoed intussen diep in onze samenleving.
Blij worden we (allemaal), wanneer we elkaar zien, elkaar steunen, verder helpen, samen optrekken, bij kunnen dragen aan de gemeenschap (familie, vrienden, dorp/wijk, klein of groot).
Voedselbossen werken vanuit respect, voor de natuur en onze plek erin. In voedselbossen wordt voor ontmoeting en begrip gezorgd; begrip van wat ons omgeeft, hoe het werkt (of ook niet) en hoe we er samen stappen in kunnen zetten. Wat is voor jou het dichtstbijzijnde voedselbos? Ben je er al eens geweest?
-
Omarm en werk met complexiteit
Verzuiling, muurtjes en schuttingen hebben ons niet dichter bij elkaar gebracht. Nu hebben we de samenhang tussen specialisaties, de cross-overs hard nodig om onze weg uit de grote crisis met al haar verschijningsvormen (financieel, klimaat, biodiversiteit, woning, energiearmoede … ) te vinden.
Breder willen kijken, samenhangen onderkennen, er rekening mee houden; ermee (niet tegen) werken.
Voedselbossen zijn complexe systemen. Wat we bij het beheren zéker moeten leren … is onze handen thuishouden. Ecologische balans ontstaat wanneer we NIET ingrijpen, ook al jeukt het nog zo in de vingers! Weet het onderscheid te maken tussen daadwerkelijk bijdragen en bemoeizucht Weet, waar ook vanuit ons actueel kennisniveau grenzen zitten. Weten wat je niet weet is een soort van het eerste kennisniveau.
De waarden van een voedselbos zijn enorm: denk aan fruit, noten, zaden en groenten, wortels, knollen, paddenstoelen, eetbare bloemen en honing. Daarnaast een rijke ‘oogst’ aan hoogwaardige natuur, aantrekkelijk landschap en andere nuttige producten zoals hout, medicinale kruiden en zaai- en plantgoed.
-
Ontwerp systemen, waar verdeling in de DNA zit
Systemen, die ontworpen zijn om verdeling te dienen? Het tegenover gestelde van (alleen) jezelf verrijken en eigendom cumuleren.
Voor een deel ligt onder een voedselbos een economisch model: verkoop van voedsel en andere te oogsten producten, maar ook educatie en/of recreatie, om maar iets te noemen.
De sociale waarde als ontmoetingsplek gaat veel breder dan het economisch model. Het opslaan van CO2, het deel hebben aan waterbeheerssystemen, schone lucht … dat is voor iedereen.
Ook heel wat dieren vinden hun voedsel in het voedselbos.
Kun je nog meer waardevolle zaken in en rond een voedselbos benoemen, waar de algemeenheid gewoon profijt van heeft. Zomaar?
-
Ontwerp systemen, die regeneratief zijn
Verschillende herstellende, helende functies van het voedselbos hebben we eigenlijk al benoemd. In die zin gaat een regeneratief model ook verder dan een circulair model. Het gaat niet alleen erom om zo veel mogelijk kringlopen te sluiten. De kringloop van het leven komt in veel vormen en maten. In het proces van ‘vergaan’ zijn zo ontzettend veel spelers bezig, zoveel specialisatie en samenwerking. Hoeveel processen doorloopt een Nitraatelement uit een eiwitfractie van een afgestorven boom voordat zich dit Nitraatelement ooit weer eens in een boom terugziet?
Voedelbossen zijn regeneratieve systemen, zeker in een uitgeput landschap.
-
Werk met de cycliciteit van een zichzelf stabiliserende balans
Onze, ach zo briljant ontworpen, (klassieke) economische systemen volgen in hun doen en laten … de cycliciteit van de natuur. Verrassing!
Hoe zou je je eigen werk ontwerpen, als je ook aan de voorkant al van ontwikkelfases en cycliciteit uitging?
Voedselbossen werken in parallelle tijdslijnen: Iedere laag (bomen, struiken, kruiden,…) heeft een eigen tijdshorizon. Seizoenen hebben uiteenlopende invloeden op de gewassen. En de dieren. Een voedselbos is een pakket voor de middellange tot lange termijn. Waar zijn de initiatiefnemers, wanneer sommige boomsoorten over 80 tot 150 in de bloei van hun leven staan?
Nu heb ik de neiging de derde conclusie als volgt te formuleren:
Ieder boer een voedselbos!
Ook begin je klein (op een minder productief stukje van je grond), je maakt een begin aan een fijne transitie van de huidige landbouw naar een van de nieuwe vormen, die we deze eeuw (een komende) nodig hebben.
Het organisatie-design
Doughnut Economics legt het organisatieontwerp langs 5 organisatiefacetten, die op elkaar opbouwen.
- Je bepaalt wat de betekenis van je bedrijf voor de maatschappij ik. Zoek hierin de feitelijke verbinding met je directe omgeving = hele korte ketens. Met korte ketens zijn al heel wat boeren bezig; vaak nog wel de druk van de wereldmarktprijzen aanhoudend. Dat is een cruciaal aandachtspunt.
- Ingebed in je regionale en vaktechnische netwerken kun je de ondersteuning vinden die je voor de transitie van je bedrijf nodig hebt. Alles alleen doen is haast niet te doen; zeker niet met al het werk, dat er al ligt én wat er dan nog weer bijkomt. Zoek nieuwe verbindingen voor nieuwe wegen; oude zullen hiervoor niet altijd even geschikt zijn.
- Ga aan de slag met keuzekaders. Welke toetsen moet een keuze doorstaan, om je op het nieuw gekozen pad te houden? De verleiding om in oude patronen te vervallen is maar al te groot (dat hoort gewoon bij de menselijke maat). Kies een buddy, die je helpt, om iedere keer weer die toetsvragen te stellen en scherp te beantwoorden. Hierin liggen de kansen voor hele fijne AHA-momenten.
- Eigenaarschap linkt aan de ene kant aan hoe je in een vraagstuk staat; wat je ervan je eigen stuk vind, hoe je ermee omgaat, wat je eraan doet. Eigenaarschap heeft in deze ook nog een andere betekenis: hoe geef je vorm aan eigendom?
Een regelmatig benoemd voorbeeld is werken met steward ownership: bedrijfsmiddelen onderbrengen in een stichting, waardoor deze onverhandelbaar worden en geen onderwerp meer kunnen zijn van hedgen en speculeren. Je bedrijfmiddelen worden feitelijk weer productiemiddelen, dienend aan de betekenis van het bedrijf. En ja, hier zitten nog heel wat raadseltjes onder, die opgelost moeten worden om vanuit een bestaande situatie een dergelijke switch te kunnen maken. - De basislijn vormen de financiële keuzes. Zit je in leningen, die rente over rente rekenen, je in een groeicyclus knellen, die feitelijk onhaalbaar is? Zit je met dreigend beslag omdat banken altijd meer rechten lijken te hebben dan alle anderen … terwijl de praktijk laat zien, wie uiteindelijk de feitelijke risico’s dragen = de faillissementen liggen bij de harde werkers, niet bij de banken.
Crowdfunding, coöperatieve vermogens (anders dan hoe zich nu de Rabo presenteert), reële productprijzen, niet onder kostprijs moeten verkopen,… er is heel wat op te lossen, in de landbouw!
Er zijn al heel wat voorbeelden, die nieuwe paden hebben gekozen.
Dus? Wat wordt de eerstvolgende stap?