Het nieuwe duurzaam?
De impact van de corona-pandemie heeft heel wat zwakke plekken van het huidig maatschappelijk en economisch systeem bloot gelegd. De roep om verandering, om transitie, het inboeken van de leringen van de afgelopen maanden in groot. Dus? Wat gaan we doen? Kennis delen en verspreiden, het gesprek aangaan en stappen zetten. Daarom gaat Intertembo wederom workshops aanbieden. Voor inzichten uit eerdere workshops en reacties van deelnemer lees het betreffende stuk op deze website.
Hoe zit dat?
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, people-profit-planet, sociaal ondernemerschap, betekeniseconomie – er zijn al zoveel wegen en mogelijkheden om slimmer te ondernemen. Waarom nu (ook nog) de denklijnen van Doughnut Economics (Kate Raworth) en de daaruit resulterende fundamentele ontwikkelcriteria voor bedrijven en organisaties volgen?
Het misschien té simpele antwoord is: Doughnut Economics is een holistische benadering, positioneert een onderneming in het hart van de maatschappij en onze samenleving op de planeet. De meeste MVO- en of duurzaamheidsmethodes tot nu focussen of intern, of op een bepaald facet van het bedrijf, maar nagenoeg geen op alles binnen en buiten het bedrijf, in het hier en nu én in de toekomst.
De actuele situatie – de doorlopende crisis, die we nu decennia in verschillende verschijningsvormen tegen komen met nu als [voorlopig] toppunt de corona-pandemie – noopt ons om doorontwikkeling van ondernemingen anders aan te gaan en deze actief op te pakken.
Doughnut Economics leert ons holistisch en in context over bedrijvigheid na te denken, andere vragen stellen, ondernemerschap opnieuw te ontwerpen. Er zijn voorlopers, er zijn bedrijven en ondernemingen die reeds volgens de onderliggende principes werken. Het werkt dus wél! 🙂
Waar sta je zelf?
Heb je een bedrijf? Werk je bij een bedrijf? Bij welke groep behoort jouw bedrijf? Qua gedrag, als het gaat om behoud van onze leefomgeving, van deze aardebol?
– niets doen: wetten eisen al genoeg
– alleen doen, wat (direct) kosten bespaart of extra opbrengsten met zich mee brengt
– alleen doen, wat een redelijk aandeel in het geheel lijkt te zijn
– een soort ’nul op de meter’ houding, geen extra schade meer toevoegen aan de planeet
OF
– regeneratief zijn: bijdragen aan dat toegevoegde schade aan deze planeet wordt hersteld
Hoe vaak stel je je zelf deze vraag?
Waar te beginnen?
We nemen de vijf ontwikkelfundamenten voor bedrijven te hulp, die relevant zijn voor de 21ste eeuw:
1. Purpose – bestaansrecht; bijdrage aan de maatschappij
2. Governance – bestuurlijke keuzes in de onderneming
3. Networks – samenwerkingen en verbindingen
4. Ownership – eigenaarschap, besluitlijnen
5. Finance – financiering, waardemodel
Welke vragen kunnen dan relevant zijn? Beginnen we met een korte impressie voor ieder fundamenteel vraagstuk.
1. Wat staat in het missie en visie van het bedrijf? Waar draagt het bedrijf aan bij, lokaal, regionaal en internationaal?
Is het binnen het bedrijf helder, aan welk van de doelen vanuit de Sustainable Development Goals men bijdraagt, wat de maatschappelijke rol van het bedrijf is (anders dan: wie bieden banen, dus werk en inkomen)? Welk relatie ambieert men met andere ondernemers, de natuur en de mens?
2. Wat zijn de sturingskaders binnen de onderneming? Hoe weerspiegelen de keuzes de onderliggende waardes en verantwoordelijkheden voor de planeet, de mens en het duurzaam ondernemen? Op welke prestaties ligt de focus en waarom? Welke rol spelen lange- en kortetermijnfactoren in de mix?
3. Hoe is de onderneming binnen relevante netwerken gepositioneerd (waarbij gepositioneerd niet hierarchisch is bedoeld, maar welk type knooppunt in het netwerk vormt zij)? Voor welke partners kies je, welk type klant wil je bedienen, waarom en welke interactie ga je aan? Hoe is ingebed, dat dit netwerk voor ieder betrokkene waardevol is?
4. Wie heeft met welke onderliggende waarden invloed op de besluitvorming? Wie zijn eigenaar van de onderneming, waarom, hoe is dit ingericht? Wie neemt besluiten op basis waarvan,
En dan het 5de, extreem relevante, fundament – de financiering:
5. De vraag is dan niet alleen: Waar komt het geld vandaan? Wie investeert? Maar vooral: waarom wordt geïnvesteerd, met welk doel? Puur voor snelle en hoge rendementen, zonder belangstelling voor sociale en ecologische schade die het gevolg hiervan (kunnen) zijn? Of heeft de investeerder oog voor sociale en ecologische waardes, die zich door de investering kunnen ontwikkelen, naast een passend financieel rendement? De impact van dergelijke onderliggende drijfveren hebben we de laatste decennia volop mogen ervaren, hier, en nog veel meer in de zogenaamde ontwikkelingslanden.
Begin je nieuw aan een onderneming, kun je vanaf de start rekening houden met deze fundamenten voor een ontwikkeld bedrijf, dat past en hoort bij de 21ste eeuw. Minder makkelijk is het, een bestaande onderneming, met soms goede, soms (vanuit huidig zicht) minder goede tradities uit de laatste decennia en afgelopen eeuw, een nieuwe, hedendaagse richting te geven. Voor enkele ondernemingen zou het misschien mogelijk zijn om redelijk spontaan drastische keuzes te maken. De meeste, echter, zullen stap voor stap aan deze vorm van modernisering moeten werken. Stapsgewijs, maar ook weer niet té langzaam, immers, de tijd vliegt…
Dit najaar biedt Intertembo workshops, lezingen en gesprekken aan om samen de theorie in praktijk te brengen; met name in de Achterhoek maar uiteraard ook daarbuiten. De komende tijd maken we de planning stukje bij beetje bekend.