Achterhoekse actiepunten in het licht van een nieuw, robuust model
Op achterhoekverbindt.nl is te lezen “Dik anderhalve maand verder in de coronatijd en een kast vol ervaringen en thema’s rijker, ontwikkelt achterhoekverbindt.nl door. Namelijk van kennisdeler naar een actiegerichte aanpak om samen de crisis beter aan te kunnen. Naast ondernemers sluiten ook de andere O’s (overheid en onderwijs) binnen de 8RHK aan. Tien actiepunten zijn de komende tijd de rode draad om op aan te haken. Deze volgden uit de talrijke onderwerpen die voorbij kwamen in de podcasts en uit input van de zes thematafels van 8RHK Ambassadeurs.”
Achterhoekverbindt.nl richt zich met name op ondernemers. Aanhakend op een eerder gepubliceerd document (“Is de Achterhoek klaar voor een nieuw economisch model?”) en kijkend vanuit een breder perspectief – wat betekent dit/wat kan dit betekenen voor alle Achterhoekers – zijn zowel risico’s als ook kansen te benoemen. Uiteraard zijn de kansen vele malen interessanter dan de risico’s, echter het is altijd van belang notie van de risico’s te nemen (dan kun je daar rekening mee houden; heeft ons ook nu weer de pandemie geleerd.)
De tien benoemde actiepunten zijn:
- Regionale inbedding van financiële steun
- Fysieke toegankelijkheid van bedrijven/organisaties Achterhoek
- Maximaal ondersteunen van het Achterhoekse onderwijs
- Internationaal (personen-)verkeer
- Collegiaal doorlenen van personeel
- Omgang met personeel
- Gedragslijnen in de Achterhoek
- Herwinnen van vertrouwen
- Beheersen van mensenstromen
- Ondersteunen retail, horeca en leisuresector
Gister kwam het nieuws, dat Nederland de komende maanden stukje bij beetje de maatregelen versoepelt. In de infografic die daarvoor is gepubliceerd is als enige voorwaarde ‘het onder controle houden van het coronavirus’ genoemd (even wat semantisch: een virus hou je niet onder controle, de impact van infecties eventueel wel, als het meezit). Wordt met dit nieuwe perspectief nu versneld ingezet op de benoemde actielijnen?
Laten we vandaag naar de eerste drie actiepunten kijken. Waar zouden kansen en risico’s kunnen liggen?
1. Regionale inbedding van financiële steun
In de podcast met onder anderen Mark Boumans werd een pleidooi gehouden voor het regionaal besluiten over de inzet van financiële steun aan bedrijven in de Achterhoek: immers, hier heeft men het beste kijk erop, wie de steun het meest nodig heeft. En ook: wat de dynamiek van de regio dient.
Er zullen weinig zijn, die daar een andere kijk op hebben. Er wordt niet direct aangegeven of het alleen om financiële steun voor bedrijven en organisaties gaat of ook om steun aan particulieren. (Onderzoekt men, of in de regio het basisinkomen kan worden ingevoerd? Misschien wel ijdele hoop. Durf en kansen hieruit zouden wel heel goed bij deze regio passen, durf ik zonder meer te beweren.)
Regionale inbedding van financiële steun – er ontstaan natuurlijk direct een hele reeks vragen, kijkende naar ‘rechtspersonen’. In die vragen weerspiegelt zich dan ook ‘oud’ en ‘nieuw’ denken. Klassieke financiële modellen en structuren werden in ieder geval in de genoemde podcast met voorrang benoemd. Nieuwe ideeën en modellen kwamen meer zijdelings aan de orde.
Op basis waarvan gaan we binnen de regio bepalen, wie het meest behoefte heeft aan financiële steun? Of het meest impact hiermee organiseert? Welke heldere kaders worden vooraf gesteld? Die publiekelijk worden gedragen?
Staan hier criteria op de lijst als:
- Wie de meeste werknemers heeft, zodat de steun zo breed mogelijk doorzet binnen de regio?
- Wie het milieu (hier én elders ter wereld) het minst vervuild zodat er direct een bijdrage is aan milieu- en klimaatdoelstellingen?
- Wie het meest bijdraagt aan het regionaal belang (wat is dat precies en hoe weet je dat)?
- De meeste innovaties voortbrengt?
En/of
- Het beste regionale netwerk heeft?
- Wie het hardst roept?
Wordt gekeken vanuit toekomstperspectief of vanuit traditionele gedachtes?
Er zijn (hoog-over) vier variaties aan financiële steun.
Hoe wordt naar de langere termijn gekeken daarbij? (Wat zijn tijdslijnen, die men meeweegt?)
- Subsidie, donaties, renteverlagingen
Dit wordt hier in 1 samengevat omdat het direct een bijdrage levert, zonder negatieve effecten later voor diegene, die het ontvangt. Welke herfinancieringen zijn nodig om dit beschikbaar te kunnen stellen? - Uitstel van betaling (belastingen, aflossingen,…) c.q. overbruggingskredieten
Dit wordt hier in 1 samengevat: immers betekent het in alle gevallen weliswaar een lastenverlichting nu, maar een ernstige lastenverzwaring later.
Zeker (extra) rentes zullen altijd weer de vraag naar extra (bedrijfs)groei naar voren brengen. Intussen weten we, dat oneindige groei een onhaalbare kaart is op een eindige planeet. Bewust kiezen voor iedere keer weer meer rentelasten, rente op rente en andere (exponentiële) constructies blijft economische ontwikkelingen op en manier opjagen, die noch de economie, noch de maatschappij en zeker niet de planeet dienen. Een instrument dus, dat met extreme voorzicht ingezet zou moeten worden. Ook al zijn we aan die gedachte nog niet zo heel erg gewend. - Aanpassing van betalingstermijnen
Hiermee ontstaat een positief effect voor de één, met consequenties voor de ander, waarvan de rekening uiteindelijk met enige frequentie weer bij een derde (eigenlijk niet betrokken) partij wordt neergelegd. Zo zou een gemeente, die nu sneller betaalt en de betaling van leges en lokale belastingen uit laat stellen de eigen liquiditeit b.v. via de verhoging van de OZB in de volgende jaren moeten herstellen. - Last but not least: (coöperatieve) regionale investeringen in regionale bedrijven. Samen de bedrijven gaan dragen, die we allen in de regio belangrijk vinden. Misschien met een vorm van werknemersaandelen (daar bestaan goede en ook foute voorbeelden van, dus even wel goed uitzoeken;). Naast financiële inbreng ook een stem in de verdere ontwikkeling van het bedrijf? Voor sommige directeuren is dat waarschijnlijk best wel wennen. Anderen zullen al lang hebben ervaren, dat gebruik van de collectieve intelligentie een bijzondere energie vrijmaakt.
Wat meer weg komen van de oude constructen, die veelal vooral op termijn meer lasten voor bedrijven betekenen. Zou dit een optie zijn? Kijk eens wat het opstellen van de regionale woondroom uiteindelijk heeft losgemaakt!
Wie gaat regionaal die gelden beheren?
En hoe wordt zeker gesteld, dat daar geen oneigenlijk ander belang achter gaat schuilen? Hoe worden toewijzingen (vanuit publieke gelden) publiekelijk verantwoord? Zonder bovenmatige administratieve rompslomp?
Hoe wordt de Achterhoeker feitelijk betrokken?
Bedrijven zitten niet te wachten op lange debatten, heel erg begrijpelijk. Tijdslijn versus democratie?
Immers, publieke gelden, die nu worden verstrekt zullen vroeg of laat door de belastingbetaler opgehoest moeten worden (zo werkt het nog altijd). Als je dergelijke lasten bij mensen neer wilt leggen, hoor je – in een democratie – hen aan de voorkant te vragen wat ze ervan vinden.
Dat haal je niet uit een mandaat, dat jaren geleden bij verkiezingen onder heel andere voorwaarden is verstrekt; en dan ook nog eens aan gemeenteraden, niet de Achterhoekraad etc.
Zoals Mark Boumans zelf in Overheid van nu aangaf: Achterhoek Board en Achterhoek Raad zoeken naar hun legitimatie voor besluitvorming. Misschien is dan het Burgerraadmodel van het Duitstalig België een bruikbaar voorbeeld?
Hoe spreiden we resources én risico’s op een breed aanvaartbare manier? Gerelateerd aan punt 8: herwinnen van vertrouwen. Openheid van zaken is per definitie cruciaal.
2. Fysieke toegankelijkheid van bedrijven/organisaties Achterhoek
Interpretatie is, dat dit punt om de 1,5m afstand gaat.
Bijzonder, hoe zo een begrip zo snel de samenleving indaalt! En dit, terwijl er geen wetenschappelijke basis voor precies deze afstand ligt. Hoe is het in een democratie acceptabel dat dermate zwaarwegende, ingrijpende besluiten worden opgelegd, zonder dat de noodzaak ervoor is aangetoond? [Dat je in de acute fase alles aangrijpt wat zou kunnen helpen – heel begrijpelijk. Daaraan – niet onderbouwd – vasthouden: niet.]
Onderliggend punt is: we moeten aandacht hebben voor elkaar, zorgen voor elkaar, de ander niet onnodig in gevaar brengen. Dat kan op meer manieren dan met een asociale, gedwongen afstand (om het hier even stellig te formuleren).
Durven we het in deze regio aan met alternatieven te werken? Met alternatieven, die invulling geven aan dat waar het in beginsel om gaat?
Het lijkt me op deze plek overbodig om alle impact op ons gedrag, onze mentale gezondheid, heel het sociale stelsel etc. aan te voeren. 1,5m creëert per definitie wantrouwen (relatie met punt 8), maakt warme, sociale interactie onmogelijk.
En wat doe je in deze grensregio met het spanningsveld tussen het verschil van maatregelen aan de ene kant van de grens en de andere kant ervan? (Is wetenschap over de grens anders?) Angst-gedreven (populistische?) maatregelen helpen op termijn niet.
Met alle veranderingen, die we als mensheid intussen op deze aarde hebben veroorzaakt, is corona beslist niet het laatste wat ons ‘overkomt’. Welke innovatieve (daar zijn we in de Achterhoek goed in!), creatieve (item!), robuuste systemen helpen ons de flexibiliteit te vinden om op al die (nog onbekende) nieuwe omstandigheden te kunnen reageren?
Exact! Dat kunnen we alleen samen, in NAUW verband, steunend, leunend op elkaar.
Dus? Hoe doen we dat?
3. Maximaal ondersteunen van het Achterhoekse onderwijs
Nu digitaal lesgeven is ingedaald in het onderwijs: kunnen basisschool-kinderen dan gewoon een aantal dagen per week les krijgen in het eigen dorp? Hun daar meer sociaal geworteld laten raken? Zou daar zelfs een uurtje gesproken en geschreven dialect bij kunnen zitten? Dorpsverhalen?
Welke alternatieven zijn er nog meer te bedenken?
En: neem kinderen serieus. Zij zijn te toekomst. Beknel hen niet waar zij vrijheid tot ontwikkeling nodig hebben. Neem hen serieus. Neem Greta Thornberg serieus. Wat leert zij onze, de Achterhoekse kinderen? Hoe vinden we snelle integratie van actuele thema’s in dagelijks onderwijs? In hoever zijn volwassenen bereid om van kinderen te leren, iets aan te nemen, over na te denken. Weg uit het reflex ‘zo werkt dat niet’?
We hebben het gepresteerd om ons leven te separeren: school, werk, familie, leven, genieten. Vaak lijkt het dat het één zo min mogelijk te maken moet hebben met het ander. Terwijl het allemaal in ons, als persoon zit. Het is bijna een beetje schizofreen wanneer wordt gesteld: heel de week werken alleen met het verlangen naar het weekend. En dan? We werden erg opgevoed met verlangen naar ‘meer’. We zouden kinderen weer op moeten voeden met ‘genieten van nu’.
Onderwijs is meer dan kennis, meer dan ‘voorbereiden op het leven’… waarmee meestal werk wordt bedoeld.
Voorbereiden op het leven is leren leven, met alles wat erbij hoort. Hoe ondersteunen we dat?
Hoe krijgen we jongeren vaker in bedrijven zodat ze meer van het gehele spectrum leren kennen?
Natuurlijk is er vanuit bedrijvigheid behoefte aan b.v. technisch personeel. Heeft een SIKA reeds stagecontracten met hogescholen etc.? Er zijn samenwerkingsverbanden met de HAN, waar een aantal bedrijven zijn aangesloten. Hoe worden deze verbanden verder uitgebouwd?
Welk beeld hebben jongeren bij ambacht en techniek? En is het misschien zinvol op te houden met ieder nieuw leerthema op school te beginnen met ‘het zou best een beetje moeilijk kunnen zijn’ of andere drempelverhogende teksten? We beginnen steeds meer het plezier in techniek vooraan te zetten. Gelukkig! De Techniekdagen zijn natuurlijk al een mega-succes. En toch zijn bedrijven veel te weinig bekend in de regio; de traditionele media hebben daar onvoldoende de ruimte voor. Er ontstaan ook daar nieuwe kansen! Pakken we die samen aan?
Ideeën bruisen, ook buiten nu standaard bezige gremia. Kansen alom.