Plantenleed
Niet al te lang geleden opende (zover ik weet) het eerste plantenasiel bij Den Diek in Lichtenvoorde. Aandacht voor het opvangen van dieren is er al heel lang. Planten verdienen zeker niet minder liefde en toewijding. Dus vandaar: Wat een gaaf initiatief van het Repair Café!
En dan kwam er ook weer het volgende in mijn gedachten:
Het boek stond nu al meer dan twee jaar in mijn kast: “Het verborgen leven van bomen” van Peter Wohlleben. In een stoute bui schafte ik ook nog het luisterboek aan. Net zo makkelijk… je hebt een lange autorit voor de boeg, bent over en hebt een boek uit. Heerlijk.
Deze zette me (weer eens) enorm aan het denken.
Intussen heb ik er meer over opgezocht, gelezen en bekeken. Hier ging letterlijk een wereld voor me open! Qua schoonheid. En besef.
In het boek beschrijft Peter Wohlleben de sociale structuren van planten, hun manier van samenleven, elkaar verder helpen, hoe zij communiceren. Klinkt ongelofelijk, klinkt vreemd? Wetenschappelijke studies leveren het bewijs. De ratio kunnen we dus (leren) volgen, in al die rapporten.
Maar hoe zit het met ons emotioneel besef hiervan? Het brengt het plantenrijk een heel stuk dichter bij ons eigen leefstijl, maakt duidelijker dat we veel dieper verbonden zijn dan we gemiddeld thuis leren, en op school. Wat betekent dit WETEN voor ons handelen?
We leren hier dat monoculturen van planen (dus al die akkers en boomplantages… want dat zijn ongeveer al onze bossen) net zo leed vooroorzaken bij hun ‘inwoners’ als de industriële veehouderij bij de hare. Bij de laatste groeit – gelukkig – steeds meer het besef, dat men naar betere methodes moet zoeken. Planten als dieren worden uit hun natuurlijke omgeving, hun natuurlijk gedrag en manier van samenleven getrokken, verarmen en verzwakken in hun leven. Wat betekent dit voor onze keuzes?
Zorg voor planten is iets anders dan nu vaak wordt gedaan
Wat mij betreft betekent dit in ieder geval dat we met planten – net als met dieren – zorgzaam en gewetenvol om moeten gaan. Niet zo maar rooien, omdat zij ons niet bevallen, of in de weg staan of gewoon niet meer horen bij de actuele mode. Misschien had ik daarom al altijd geen behoefte aan – zo als ik het met harde woorden noemde – een verkrachte tuin. Planten rust en ruimte geven, niet continu terugdringen in van de mens bedachte kaders. De schoonheid van de natuur weet zelf wel haar weg te vinden, wanneer zij even de tijd krijgt. Tijd, zo begreep ik uit alles wat ik nu gelezen en gezien heb, is een aparte factor hierin. Voor het herstellen van een écht bos zijn blijkbaar minimaal 500 jaar nodig. Een geduld, die we als mensen vaak niet op kunnen brengen. Gewoon, omdat het buiten ons eigen gezichtsveld ligt.
Voor planten is snoeien, net als ingrepen voor dieren, pijnlijk. Valt daar niet over na te denken waar snoeien daadwerkelijk nodig is?
De meeste planten zijn geen solisten, net als dat veel dieren in roedels of hordes leven. Planten hebben contact met soortgenoten nodig: via de wortels of geuren die zij verspreiden. Planten hebben contact met andere soorten nodig, via symbiose die zij met hen aangaan. Bomen, bijvoorbeeld, te ver uit elkaar gezet, maakt hen onbedoeld tot kluizenaars. Ze worden veel gevoeliger voor ziektes, zijn minder sterk in een storm.
Bovendien blijken behoorlijk wat (boom)soorten hun ‘kinderen’ via de wortels te voeden; deze krijgen nog onvoldoende licht onder de grote bomen voor eigen fotosynthese. Door de ondergrondse voeding blijven zij gestaag groeien, en dat is ook nog eens belangrijk: staan zij alleen met volop licht schieten zij omhoog… en worden heel zwak. Snellopers zijn doodlopers. Ook bij bomen.
Aardrijkdom en vreemde gasten
Het is reeds een aantal jaren geleden, dat werd vastgesteld, dat regenwoud (een oerbos) maar 2% van de aardoppervlakte bedekt, maar 50% van alle dier- en plantensoorten een thuis geeft. Die cijfers kunnen intussen best nog dramatischer zijn geworden.
Kun je hieruit herleiden, hoe onze regionale natuur en bossen voor, zeggen we, 500 jaar nog eruit hebben gezien? Hoeveel meer dier- en plantensoorten waren er toen nog? Je kunt immers veronderstellen, dat oerbossen hier niet minder complex waren dan het regenwoud, wat we nu nog kennen.
Aan de andere kant hebben we door de eeuwen heen veel vreemde planten naar Europa gehaald. Naaldbossen, bijvoorbeeld. Zij zijn niet werkelijk geschapen voor dit klimaat. En verdringen inheemse soorten doordat zij in die donkere, ik zeg het maar weer, boomplantages, onvoldoende licht krijgen om te ontwikkelen.
De groene Achterhoek, TRIKKER en de kikkerpool
Het typische coulissen-landschap geeft veel groen aan het oog. Smalle stroken “bos” zetten de lijnen. In de bossen staan hier meer loofbomen dan naaldbomen. Zij stralen rust en sereniteit uit. Een soort van instinctief thuisgevoel; blijkbaar nog in ons aanwezig, uit een heel ver verleden. Boeren onderhouden paden en bermen. Sommige (of alle? Geen Idee!) letten op weidevogels. Hier in het gebied is men op behoud van tradities gericht. In de eigen cultuur en ook in de omgeving. (Zonder de vooruitgang te negeren. ☺)
En toch zag ik laatst in de buurt van Ruurlo weer een heel bos gekapt. Een bos dat eerder duidelijk onderdeel van een dwangroute* van de reeën in de buurt was. Hoe kan zo iets gebeuren?
*Een dwangroute is een smalle weg, die dieren (moeten) gebruiken om dat er geen andere alternatieven (meer) zijn.
Banners langs de bouwplaatsen van de nieuwe A18 om als leidraad voor vleermuizen in hun vliegroutes te dienen zijn dan weer een voorbeeld, hoeveel aandacht er soms kan zijn.
Als Trikker proberen we ook zelf een bijdrage te leveren. Zo hebben we een verwaarloosde kikkerpool geadopteerd, die door Groen Goed weer werd hersteld. Althans, die is zodanig opgeknapt, dat die de komende jaren kan herstellen. Het zal tijd nodig hebben.
Deze voorbeelden geven een rode draad weer: bij het nadenken over dieren zijn we instaat ‘systemisch’ te denken – welke habitat hebben zij nodig, hoe kun je dat inrichten of de inrichting ervan bevorderen. Een dergelijk plan hebben we niet of nauwelijks als het om planten gaat. Soms weten we ook (nog) niet goed, welk habitat een bepaalde plant nodig heeft. En dan bedoel ik meer dan voeding, licht en warmte, namelijk vooral andere planten en ook dieren. Terwijl zij in zekere zin – na water – toch de basis voor al het leven zijn. Werk aan de winkel, dus.
Wat zijn pareltjes in de plantenwereld in de Achterhoek? Heb je voorbeelden?