Democratiefabriek?
In juli 2020 vond bij de Koppelkerk te Bredevoort een VPRO Tegenlicht MeetUp plaats met de titel “Op weg naar een democratie mét de burger”. Al uit de titel valt af te lezen, dat de burger zich lang niet altijd vertegenwoordigd voelt door gekozen politici c.q. hieruit volgend beleid en de uitvoering ervan. Op die avond spraken we over burgerfora en burgerraden, keken naar voorbeelden, leermomenten en successen.
Voor mij persoonlijk is di teen interessant onderwerp, omdat het huidig democratisch stelsel maar al te vaak laat zien, dat het in zijn lobbyisme, verzuiling en belangenverstrengeling inclusief het onderliggende neoliberale gedachtengoed niet meer instaat is om voor een gezonde toekomstvisie en daaruit volgend ontwikkel- en oplossingsvermogen te zorgen. In die zin is het huidig democratisch stelsel failliet.
Wat is het alternatief? Welke alternatieven zijn er? Wat gaat daarin goed? Maar vooral ook: welke waardes en ethisch-morele beginselen liggen daaronder?
Variaties op het thema
Andere democratische constructies, deels nieuw binnen Nederland, zijn in meer vormen te vinden (en te bedenken) dan ‘alleen’ burgerfora en burgerraden. Wat zijn mogelijke paden?
Verkenning
Andere landen, andere culturen gebruiken uiteenlopende vormen van democratie. Daarop oriënteren begint met de vraag (eerste kadering): Wat is democratie? Waardoor kenmerkt zich de democratie, waar we het hier over willen hebben?
De gezamenlijke noemer onder de term democratie lijkt te zijn: inspraak hebben, invloed hebben op besluitvorming (vanuit argumentatie), oog op gemeenschappelijk belang, inclusie.
Wat zijn voorwaardelijke kaders? Waar is ruimte voor variëteit?
Democratieën nu verschillen in kiesstelsel, wel of niet aangevuld met benoemd (niet verkozen) posities, gestelde kaders door grondwetten, mate van scheiding van besluitende, uitvoerende en rechterlijke macht. Naast westerse, Arabische en andere ontwikkelingsvormen bestaan ook nog steeds tribale varianten, zoals Lekgotla.
Broedplaatsen
Broedplaatsen bestaan in Nederland al heel wat. Wat zij in de basis gemeen hebben is, dat ze invulling geven aan de ruimte, aan actieve participatie (om dit woord even te gebruiken) welke door de lokale overheden niet wordt gepakt. Door hun werking van onderop, het zorgen dat initiatieven vorm krijgen en realiteit worden, krijgt de scheppende kracht van inwoners voedingsbodem en draagt bij aan een fijne leefomgeving. Een vorm van implicatie democratie.
En steeds vaker zien: verzuilde overheden en andere organisaties zijn niet (meer) in staat om complexe problemen aan te pakken. Kansen en oplossingen zitten té vaak juist in cross-overs, in ruimte tussen verzuilde kolommen. Collectieve intelligentie van burgers samen is daar een ontzettend goed antwoord op.
Burgerraden en vergelijkbare vormen
Zeker nu het rapport van Brenninkmeijer er ligt zijn er voldoende adviezen, aanknopingspunten en inzichten om een start te kunnen maken met regionale pilots.
Mensen kunnen op uiteenlopende manier bij elkaar komen/worden gebracht. Vanuit waarmaakplekken en vergelijkbare bewonersinitiatieven weten we, dat mensen aanhaken op thema’s die hun aan het hart liggen, die dicht bij hun passie komen. Een andere variant is loting, waarvoor vooraf een verdeling op basis van demografische structuren wordt gemaakt. Binnema en Michels hebben in 2017 reeds een toolkit voor loting samengesteld.
In beide gevallen is professionele begeleiding nodig. Vorm van de vraagstelling, werkwijze etc. zijn afhankelijk van onderwerp en doel.
Nu in Nederland
De NVG schrijft op haar website onder anderen over de ontwikkeling van de meervoudige democratie. In het rapport “Op weg naar een meervoudige democratie” staat dan “Het vraagt ook om vernieuwde nadruk op de bijzondere opdracht van de democratische rechtstaat: met erkenning van de rechten van iedere burger, die burgers samen te brengen en te houden in een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Dat vraagt om een nieuwe verworteling van de democratie, een cultuur van actief burgerschap en een belangrijke mate van onderling vertrouwen.”
Verder is er te lezen: “Burgers vragen niet om meer politiek maar om meer democratie.”
Roel in ’t Veld schrijft in zijn reactie op de voorstellen van het kabinet in 2019 m.b.t. vernieuwing van de representatieve democratie: “de dynamiek van de samenleving consequenties behoeft te hebben voor de vormgeving van democratie. De stormachtige verhoging van het opleidingsniveau van onze bevolking heeft burgers voortgebracht, die hun belangen en voorkeuren meervoudig vertegenwoordigd en geborgd willen zien.” Dat ziet hij in de voorstellen niet terug.
In de Achterhoek hebben een aantal gemeenten zich reeds verbonden in de Achterhoek Raad, een samenwerkingsverband, dat in zijn vorm ook naar nieuwe wegen voor invulling van de democratische opdracht zoekt. Op verschillende manier worden burgers in beperkte maten in betrokken, er zijn middelen als “Achterhoek spreekt” (een website om inzichten en meningen te deponeren); het interactieve gesprek lijkt hieruit nog niet werkelijk te ontstaan.
De betrokkenheid van burgerraden bij de vertaling van klimaatdoelen naar concrete plannen en stappen in Frankrijk als ook de burgerbudgetten, die reeds in verschillende gemeenten in Nederland worden opgezet, geven een inkijkje in waartoe sterker betrokken mensen toe in staat zijn, wanneer ook de moeite wordt genomen, om hen gedetailleerd te informeren en mee te nemen in het proces.
In het algemeen: Staat ontevredenheid met de politiek, de overheid gelijk aan ontevredenheid met de democratie? Wat is de hedendaagse definitie van democratie? Wat zijn de kaders, de verwachtingen, de opdracht aan iedereen? Hele grote vragen, waar je gelukkig in de zoektocht van anderen reeds (delen van) het antwoord kunt vinden… zover dat bestaat.
Marco Visscher weidde in zijn artikel “Het probleem van de democratie ligt bij de kiezer” de nodige overpeinzingen aan. Met onder anderen de vraag: waar ligt de trigger om informatie te geven én te vragen? Worden burgers voldoende gefaciliteerd? Vragen zij daar in voldoende maten om?
Politieke experimenten hebben regelmatig vergaande impact, en lang niet altijd positief. Wat is de feitelijke consequentie hiervan voor politici? Hoe en wanneer moeten zij instaan voor de impact van hun keuzes?
Janson Brennan geeft in een interview aan “Stemgerechtigden beslissen over serieuze zaken, zoals oorlog en vrede en welvaart en armoede. Hun wil leggen zij op aan de hele samenleving. Daarom hebben zij als groep net zo goed een plicht om geïnformeerd en rationeel te zijn.” De vraag die hier niet wordt aangesproken wordt is: wat gebeurt met de wensen van de kiezers ná het stemmen, b.v. bij de coalitievorming? Wat blijft er dan nog van over? En wiens keuze is dat dan? Wiens verantwoording? En zo ontstaat er nog meer stof tot nadenken.
In hun uitleg over consentdemocratie benoemen Huijzer, van Zweeden en Broekgaarden facetten van het besluitvormingsproces:
– representativiteit als een efficiëntie instrument,
– het invloedsmoment,
– werken aan meerderheid van besluiten i.p.v. aan samen werken aan een beter voorstel.
Concentdemocratie biedt volgens hen een betere weg naar betere besluiten. Een belangrijk onderdeel: het gaat niet meer om een (fractie)standpunt, maar om het eens zijn over bepaalde argumentatie, over de fracties heen. En daarna het kijken naar en werken aan verschillen.
In hun model geven zij ruimte voor invloed van de burger op ieder bestuursniveau: delen van kennis en inzichten. Plaatsnemen op de publieke tribune (wat al het volgen van een schouwspel puur vanuit het woord impliceert) of deelnemen aan thematische overleggen. Cruciaal verschillende dynamieken, met heel een andere impact.
Fases als initiatief, verkenning, ontwerp, uitvoering en evaluatie worden benoemd. In de gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn hier in een experiment positieve ervaringen mee opgedaan.
In “Ambitie en Ambivalentie” schrijven Schaap et al “Vanwege gevoelde onvrede onder de bevolking over het functioneren van de democratie (politiek en overheid) zijn gemeenten op zoek gegaan naar aanvullingen op de representatieve democratie. In de participatieve democratie kan de burger actief meedenken, -praten, -beslissen en/of -doen.” Veel vormen zijn op een of ander moment reeds toegepast. De beschreven denkrichtingen voor een vitaleren democratie zijn, erg kort door de bocht, redelijk common sense. Ook de elektronische weg krijgt expliciet aandacht.
In de Voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer in 2020 worden nog eens de focuspunten voor Democratie in Actie herhaald. Onder anderen is het Uitdaagrecht daarin interessant. Iets om meer aandacht aan te geven? Bijzonder is de verbondenheid van aandachtspunten op branddossiers van politiek en overheid zoals energietransitie en aardbevingen in Groningen. In wiens belang is dat in deze samenhang? In het aanbod (hoofdstuk 3) wordt geen specifiek aanbod aan burgers gedaan, sec aan bestuurders en ambtenaren. Dat op zich is alweer bijzonder. Er zijn meer kansen denkbaar!
Conclusie:
De toeslagenaffaire, het ontstaan ervan, die reactie van overheid en politie, de minachtig van de mensen en als bonus de miserabele bewerkstelliging van het herstel hiervan hebben op bijzonder wijze de diepte van de problemen in het huidig stelsel zichtbaar gemaakt.
Naast noodzaak liggen er kansen voor nieuwe democratische vormen. Een issue dat wereldwijd op de agenda staat.
Idealiter zou een goed democratisch stelsel zodanig moeten functioneren, dat het passend aan maatschappelijke ontwikkelingen aan de eigen vernieuwing werkt. Vermeende macht en profijt-gestuurde belangen houden dit nu tegen.
De burger moet opstaan en zijn democratisch recht opnieuw claimen. Er zijn (werkende) voorbeelden. Wat leidt ons naar de doorbraak?