Duurzame ontwikkeling van de overheid incl. politiek
Overheid incl. politiek?
Het is iedere keer weer dezelfde worsteling! Zeg je alleen overheid, blijft de politiek buitenvoor. En andersom. Dat terwijl beiden in de interactie met elkaar (en de rest van de maatschappij) het dagelijkse leven en de ontwikkelingen op de korte en de lange termijn immens beïnvloeden. Het is dan ook juist de interactie (of soms ook het ontbreken ervan), de wisselwerking, de impliciete en de expliciete keuzes, die maken, dat het maatschappelijk leven is, wat het nu is.
In deze overwegingen gaat het om het geheel dat onze maatschappij “aanstuurt”.
Aanleiding
Begin van de avond las ik “Steek die maar in je zak” – 24 verhalen voor particulieren en vooral ondernemers om duurzaam over duurzaamheid na te denken en in actie te komen. Een boekje, wat me weer eens sensibiliseerde op het feit, dat de rol van overheid (incl. politiek) te vaak ongemoeid blijft… soms vanwege een heldere keuze voor een specifieke doelgroep, soms vanuit de aanname, dat die sowieso het beste met ons allen voor zouden moeten hebben, soms gewoon… ff niet.
Reden genoeg, om er toch wel even een aantal woorden aan te besteden.
Duurzame politiek en overheid?
In de huidige constructie rond politiek en overheid zitten een aantal basale weeffouten. De vierjaars-termijn van de verkiezingencyclus leidt heel erg tot korte-termijn-denken en keuzes. Dit fenomeen aan zich verdient al een heel verhaal. Juist ook met alle lobby-invloeden, die in iedere verkiezingsronde zitten.
Het ambtelijk apparaat heeft aan de ene kant een nivellerend effect op al te grote schommelingen van politieke ideeën op maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de andere kant betekent dit ook, dat noodzakelijke disrupties nauwelijks een kans hebben, juist vanwege deze stabiliserende factor.
Daarnaast kunnen beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering binnen een ambtelijk apparaat elkaar versterken. Of juist tegenwerken. Innovatie versus vasthouden aan bestaande regels, zeg maar, voor het eenvoudige voorbeeld.
Wil je dus definitief duurzame ontwikkeling vanuit politiek én overheid organiseren, is het noodzakelijk alle negen met elkaar in lijn te brengen. Negen? Ja, negen!
1. partijen en fracties, zowel van de
2. coalitie als ook van de oppositie;
3. de eerste en de tweede kamer:
4. Beleidsontwikkeling en
5. -uitvoering van de rijksoverheid;
6. Beleidsontwikkeling en
7. -uitvoering van de provincie;
8. Beleidsontwikkeling en
9. -uitvoering van de gemeentes.
Maar nog de zwijgen van uitvoerende diensten, semi-overheid etc.
De afgelopen 20 jaar is ontzettend veel aandacht besteed aan kostenbesparing en krimp van de overheid. Alignement was nooit een onderwerp. Nou, nooit klopt niet helemaal: er was even voor de crisis een moment van ‘eenduidige overheid’ en ‘een-loket-gedachte’. Maar daar zijn alle organisaties – vanuit eigen belang en inzichten – niet over uit gekomen.
Een ander issue zijn de steevast georganiseerde kolommen. Er worden stelselmatig samenwerkingsverbanden opgericht. Zelden wordt er meer bereikt dan een extra stuk vergadercultuur. De uitzondering hier ligt meer bij de lagere overheden, die vanuit win-win proberen samen aan oplossingen te werken.
Ga je uit van een voorbeeldfunctie van overheid en politiek… dan wordt het pas écht droevig.
Alle politici VLIEGEN om het klimaatakkoord te ondertekenen.
Ambtenaren krijgen vervoerskeuzes vaak opgelegd, niet op lettend of dit de SLIMSTE keuze is, vanuit een zogenaamd gelijkheidsbeginsel.
Dat terwijl het gelijkheidsbeginsel in heel wat wetgeving al lang is losgelaten (grote ondernemingen – dividendbelasting, kleine ondernemingen – milieubelastingen, zelfstandigen – verondersteld verkapt loonverband, werknemers – vakbondsbemoeienis zonder mandaat en zo zou je nog wel even door kunnen gaan).
Beloftes en feitelijk handelen liggen ver uit elkaar. Met alle negatieve effecten op duurzaamheid, duurzame maatschappelijke ontwikkelingen, sociale stabiliteit etc.
Wat is nodig voor een duurzame politiek en overheid?
Otto Willemsen zegt: “Je doet niet duurzaam, je bent het.” Dat is iets wat je van de overheid niet werkelijk kunt zeggen. Uiteraard is er behoorlijk geïnvesteerd in de verduurzaming van gebouwen, zijn er vaak afspraken over zo min mogelijk printen (wat vanwege flexwerken vaak moeilijk is) en zijn er nog een aantal lijnen uitgelegd.
Werkelijk voorkomen van verspilling (onderwerpen niet -tig keer op de agenda van overleggen, niet iedere keer het wiel overnieuw uitvinden, zelden effectief vergaderen, bijzonder weinig gebruik maken van conference-calls en andere reis-besparende werkwijzen etc. etc) is niet aan de orde.
Kan dit duurzamer?
De vraag “Kan dit duurzamer?” wordt niet standaard gesteld, zit niet direct op het netvlies, op de tong, tussen de oren.
En vanuit die context ook niet in de interactie met de samenleving.
De grootste (in termen van niet-slim) blunders zitten misschien nog wel in zogenaamde risicobeperkende maatregelen. Verplichte plastic bekers op evenementen… even een eenvoudig voorbeeld.
Misschien moeten we vanuit de burgerij iedere keer weer de vraag aan overheid en politiek stellen: “Kan dit duurzamer?” Maar wat zou dat over de rol van politiek en overheid zeggen?
Heldere visie, betrouwbare stappen
Er zijn visies voor duurzame ontwikkelingen: klimaatakkoorden, energieakkoorden, milieuplannen. Iets te vaak mist de (zichtbare) onderlinge samenhang. En (de zicht op) heldere, concrete stappenplannen voor de komende jaren. Waar we dan met z’n allen gericht aan kunnen werken.
Duurzaamheidssubsidies hebben een wat eigen dynamiek. Regelmatig worden deze fout toegekend (b.v. zogenaamde biomassa bij verbrandingscentrales), vaak zijn deze voor de (middel)lange termijn niet betrouwbaar (b.v. korting op energiebelasting i.r.t. postcoderoosprojecten nu) en meestal worden ze net te vroeg afgeschaft, net voordat er een échte spin-off ontstaat.
Zeggen wat je doet en ook DOEN wat je zegt
Kijk je naar het laatste regeerakkoord slaan je de tegenstellingen tegemoet: klimaatakkoord versus meer defensie en handhaving. Wapens, oprusten (minder duurzaam kan niet!). Straffen i.p.v. zetten op positieve samenwerking (wat bewezen beter is).
En alle maatschappelijk relevante functies (onderwijs, zorg, veiligheid in wijken) worden marginaal opgezet: vrijwilligers moeten het maar oplossen.
Wat was het thema? “Vertrouwen in de toekomst”? Hoe dan, bij al deze tegenstellingen, die definitief tot een negatieve impact op onze leefomgeving zullen leiden.
Duurzame politiek en overheid vraagt om échte democratie. Niet om de particratie, met alle lobbyisme, die er nu bestaat.
Missen we verwachtingen rond een duurzame overheid in heel wat documenten omdat men er toch al niet (meer) op vertrouwt? Uiteraard, iedereen moet aan de slag.
Iedereen. Dus ook politiek en overheid.
En weet je waar ik hier nu écht op hoop? HEEEEEEEEL VEEEEEEL reacties met positieve voorbeelden, om met iedereen te delen ?
Dan trekken we het samen vlot! Dus! Kom maar op!